Wanneer spreek je van een oudere hond en wanneer noem je je viervoeter ‘senior of bejaard’ ?Dierenartsen noemen een hond van zeven jaar en ouder senior. Net zoals er bij mensen op de leeftijd van 65 jaar het etiket ‘gepensioneerd’ op wordt geplakt, zegt een dergelijk etiket natuurlijk niets over de vitaliteit, activiteit en levensvreugde. Je hond wordt niet van de één op de andere dag ‘bejaard’ en daarom zul je niet plotseling geconfronteerd worden met ouderdomsverschijnselen. Ouder worden is een proces dat bij de ene hond sneller gaat dan bij de ander. Juist daarom kan je hond ongemakken hebben, zonder dat je ze als eigenaar in de gaten hebt. Tel daarbij op dat honden als geen ander in staat zijn om hun leven aan te passen aan de ongemakken die gepaard gaan met het ouder worden. Alle reden dus om je ouder wordende hond regelmatig met een kritische blik te bekijken.
- Opstaan als een ‘oud mannetje’. Loopt jouw hond wel eens kreupel nadat hij gelegen heeft en/of heeft hij moeite met in of uit de auto springen?
- Gewichtsverandering. Is er sprake van een gewichtstoename of –afname?
- Veel plassen. Valt het op dat je hond meer drinkt en ook meer plast?
- Activiteit. Is je hond de laatste tijd minder actief? Gaat hij minder enthousiast mee naar buiten zodra je de riem pakt?
- Verzorgingsgedrag. Likt of bijt jouw hond regelmatig aan of op de poten?
- Karakterverandering. Is je hond de laatste tijd minder tolerant naar andere mensen en/of honden?
- Seniorencheck bij de dierenarts
- Overdag veel slapen en ’s nachts onrustig
- Ongehoorzaamheid
- Onzindelijkheid
- Desoriëntatie (sommige bekende plekken of personen niet of laat herkennen)
- Onhandige motoriek
- Problemen ontwikkelen met alleen thuis zijn
- Afwijkend gedrag vertonen
Comments